Bloemen en planten die geluk brengen

Planten worden al sinds de Oudheid geassocieerd met schoonheid, liefde en geluk. In de loop der tijd zijn er van verschillende planten verhalen ontstaan, dat ze extra veel geluk in het leven van mensen zouden brengen. Net als andere gelukssymbolen, zoals het konijnenpootje, het hoefijzer, en een afbeelding van Sint-Christoffel worden deze planten dan ook vaak in huis genomen of in de tuin gezet om geluk te brengen in het huishouden. Dus heb jij extra geluk nodig? Of je nou opslag wilt, toe bent aan een leuke partner, of een big win wil halen bij https://unibetcasino.be, denk er dan eens over na om één van de volgende planten in huis te halen.

Klavertje vier

Het klavertje vier is een mutatie van het gewone klavertje. Het geloof dat een klavertje vier geluk brengt is afkomstig uit de Keltische delen van Europa. Onder andere in Wales en Ierland zijn deze natuurlijk voorkomende klavertjes erg gezocht. Een uitleg voor de gelukbrengende eigenschappen is dat de oude druïdes van deze eilanden de vier elementen (water, aarde, lucht en vuur) gebruikten voor hun toverdranken. Het klavertje vier staat symbool voor deze elementen en werd dan ook toegevoegd aan de dranken. Als iemand een klavertje vier in zijn rechterschoen draagt, zal hij op zijn pad de partner van zijn dromen tegenkomen. Dat is tenminste wat er beweerd wordt.

Pijnbomen, bamboe en pruimenbomen

In Japan werden er in de prachtige tuinen die deze bijzondere cultuur kent speciale kunstmatige eilandjes aangelegd. Deze eilandjes werden horai genoemd, en er werden alleen maar planten aangeplant waarvan men dacht dat die geluk brachten. Pijnbomen, pruimen en bamboe waren enkele van deze planten. In deze horai-tuinen werden verder stenen neergelegd in aantallen van drie, vijf of zeven, getallen waarvan men geloofde dat deze ook geluk brachten. Werd het eilandje vervolgens bevolkt door fortuin brengende dieren zoals schildpadden en kraanvogels, dan kon het geluk van de oude Japanners volgens de legende niet op.

Saraca

Saraca is een wilde plant uit Indië en Zuidoost-Azië. Ze wordt ook wel ashoka-boom genoemd en heeft in het hindoeïsme een belangrijke plaats als gelukbrengende plant. Mensen proberen bovendien het geluk dat deze planten brengen te maximaliseren. Dat doen ze niet door er delen van af te knippen, zoals de eerste impuls van een westerling waarschijnlijk zou zijn. In plaats daarvan versieren ze juist de levende plant zelf, met onder andere kransen, bellen en bloemen.

Camelia, anjers en Klokken van Ierland

Deze drie bloemplanten hebben een specifieke betekenis in de Victoriaanse bloementaal. In die tijd werden er constant boeketten uitgedeeld, waarin verschillende bloemen hun eigen betekenis hadden. De Victoriaanse bloementaal liet de ontvanger van een boeket feilloos weten wat hem of haar werd toegewenst door de gever ervan. Daarbij konden er belangrijke verschillen in betekenis zijn, afhankelijk van de kleur van een bepaalde bloem, de combinatie van bloemen of de situatie waarin het boeket werden gegeven. Sommige bloemen leenden zich zo om indirect te flirten, iemand af te wijzen of andere moeilijk uitspreekbare gevoelens te communiceren.

Lotus en pioenroos

In de Tibetaanse boeddhistische traditie hebben deze bloemen ook een gelukbrengende functie. Je ziet bijvoorbeeld vaak een boeddha met een lotusbloem in zijn handen. Deze bloemen worden dan ook vaak als offerande bij boeddhabeelden gelegd. Ook tekenen Tibetaanse monniken op hun zogenaamde thangkas of rolschilderingen deze geluk brengende bloemen. Het tekenen ervan gebeurt volgens een speciale aangeleerde methode, die wat aan kalligrafie doet denken.